Jaarverslag RMC Noord Groningen | 2018-2019
Lichte stijging VSV- Percentage vraagt om meer focus
Inleiding
Begin maart 2020 kwam het ministerie van OCW met sombere cijfers over voortijdig schoolverlaten (VSV). Het gezamenlijke doel om volgend jaar het aantal schoolverlaters te hebben teruggedrongen tot onder de 20.000 lijkt niet haalbaar. Sterker nog, het aantal schoolverlaters nam toe tot ruim boven de 26.000. Om deze trend te keren is het nodig om voor de komende convenantperiode goede afspraken te maken met het ministerie.
In de RMC-regio Noord Groningen is ook een licht stijgende lijn zichtbaar. Wel slaagt onze regio er nog steeds in onder het landelijk gemiddelde te blijven. Over het afgelopen schooljaar was er in onze regio sprake van 147 jongeren die voortijdig het onderwijs verlieten. Dat levert een VSV-percentage van 1,83% op. Landelijk is dit percentage 2%. Vooral in het MBO was op niveau 1 sprake van een stijging. In het Voortgezet Onderwijs stabiliseerde het aantal VSV’ers.
-
Evaluatie voor komende convenantperiode
Elke RMC-regio stelt om de vier jaar een regionaal programma op met maatregelen om VSV te voorkomen. Eind 2019 startten scholen en gemeenten met de voorbereidingen voor dit nieuwe vierjarig programma, dat ingaat bij de start van het schooljaar 2020 - 2021.
In de provincie Groningen werken onderwijs en de drie RMC-regio’s hierbij nauw samen. Om te beginnen met de gezamenlijke evaluatie van alle provinciale en regionale VSV-activiteiten van de afgelopen jaren. Wat leveren deze activiteiten nou eigenlijk op en doen we nog wel de goede dingen? De resultaten van sommige activiteiten zijn heel meetbaar en geven aan hoeveel jongeren binnen een korte periode terug naar school of werk gaan. Andere activiteiten zijn gericht op preventie, coaching of maatwerk. De resultaten hiervan laten zich moeilijker meten.
Wel krijgen we hiervan een goede indruk uit de terugkoppelingen door jongeren zelf, trajectbegeleiders en het onderwijs. Bijvoorbeeld over RMC+. Alle partijen zijn zeer tevreden over deze vorm van preventie en zien dit als een onmisbare pijler in de provinciale samenwerking.
In deze convenantperiode gebeuren al met al veel goede dingen om VSV te voorkomen en tegen te gaan. Ook zijn er weer stappen gezet om de samenwerking te verbeteren. Over een aantal van deze activiteiten en resultaten leest u meer in dit jaarverslag.
In deze convenantperiode gebeuren al met al veel goede dingen om VSV te voorkomen en tegen te gaan.
Voor de nieuwe convenantperiode heeft het ministerie al vast een aantal uitgangspunten meegegeven. De taak om kwetsbare jongeren te monitoren en waar nodig te ondersteunen blijft. Verder zullen de RMC-regio’s per jaar streefcijfers opstellen voor het aantal VSV’ers dat terugkeert naar school of gaat werken.
Dat betekent dat, met behoud van al het goede, de focus de komende jaren meer komt te liggen op terugleiden naar onderwijs en het toeleiden naar werk al dan niet in combinatie met een passend zorgaanbod.
-
In cijfers
Bij meer dan 16 uur verzuim in vier weken melden scholen leerlingen bij de gemeente via de DUO. Vorig jaar waren dat er 118 en nu 131 meldingen. De RMC trajectbegeleiders hebben alle leerlingen gesproken om samen te bekijken wat er aan de hand is en wat er gedaan moet worden om van de opleiding een succes te maken.
Soms is een enkel gesprek voldoende. Maar vaak zijn meerdere gesprekken nodig om het contact met school te herstellen en door te kunnen gaan met de opleiding.
DUO meldt wekelijks welke leerlingen voortijdig het onderwijs verlaten. Afgelopen jaar heeft het RMC 262 leerlingen in traject genomen nadat ze voortijdig waren uitgeschreven. Mede door de goede samenwerking tussen werkplein, onderwijs en gemeente, die is afgesproken in het Waddenmodel, is het gelukt om 103 van hen terug naar school te laten gaan.
Drie van deze jongeren haalden alsnog een startkwalificatie. Daarmee waren de resultaten van het RMC vergelijkbaar met die van het jaar ervoor. In totaal telden 120 jongeren aan het eind van het schooljaar niet langer mee als VSV’er. Ze gingen terug naar school, haalden een startkwalificatie, kregen een baan of waren boven de 23 jaar.
-
Volwassen en nu dan?
Als je 18 wordt, ben je volwassen. Zo staat dat althans in de wet. Maar voor veel jongeren is die stap best lastig. Zeker als ze kwetsbaar zijn en gebruik maken van jeugdhulp. Voor die jongeren is er sinds twee jaar de aanpak 18-/18+. Een aanpak die ervoor zorgt dat zij op hun 18e niet tussen wal en schip terechtkomen.
‘Voor veel zorgaanbieders stopt de financiering als een jongere 18 wordt’, legt Ilse Muter uit. Zij is 18-/18+ coördinator voor de gemeente Appingedam. ‘Als we dan niet op tijd in actie komen, lopen we het risico dat zo’n jongere dakloos wordt, in de schulden komt en niet meer de juiste ondersteuning krijgt op de diverse leefgebieden. Met deze aanpak kijken we in een vroeg stadium of iemand na zijn 18e ook nog ondersteuning nodig heeft. We gaan daarbij naast de jongeren staan zodat zij zo veel mogelijk zelf de regie houden.’
Het is van belang om breed te kijken’, vult haar Delfzijlse collega Lammert Emmelkamp aan.
Breed kijken
‘Het is van belang om breed te kijken’, vult haar Delfzijlse collega Lammert Emmelkamp aan. ‘De behoefte aan ondersteuning kan namelijk op verschillende gebieden liggen. Financieel, huisvesting, hulpverlening, opleiding of werk. Daarom moeten we snel kunnen schakelen met alle betrokken partijen en zorgen voor goede afstemming. Je kunt dan denken aan CJG, Werkplein, WMO en RMC. Nu we eenmaal twee jaar draaien, lukt dat steeds beter.’ ‘Belangrijk is in ieder geval dat iedereen in de gemeente dezelfde visie heeft’, benadrukt Ilse. ‘Het aantal jongeren dat we bereiken is sterk toegenomen. We hebben ze steeds beter in beeld. En we merken ook dat ze ons vaker weten te vinden.’
Zelfvertrouwen
Ilse haalt het voorbeeld aan van een meisje dat op haar 18e dakloos dreigde te worden en dat zij begeleid heeft. ‘Toen ze bij mij kwam was haar zelfvertrouwen miniem. We hebben samen gekeken wat een goede plek zou zijn om zelfstandig te wonen. Via 2Be! heeft ze aan haar zelfvertrouwen gewerkt zodat ze nu klaar is om vervolgstappen te zetten.’
RMC
Over het contact met het RMC zijn beide positief. ‘We bedienen voor het grootste deel dezelfde doelgroep’, verklaart Lammert. ‘Jongeren tussen de 16 en 27 jaar. Soms verwijs ik door naar het RMC en omgekeerd gebeurt ook. Gedeelde klanten pakken we soms samen op. Dat heeft al tot mooie resultaten geleid.’
-
Nieuw project 2Be! helpt jongeren op weg
Afgelopen schooljaar is het project 2BE! gestart. Dit initiatief van Sport4connect is een van de 20 landelijke projecten die steun krijgen vanuit het Oranjefonds in het kader van ‘Meer kansen voor jongeren’. 2BE! richt zich op jongeren tussen de 16 en 27 jaar die thuis zitten of dreigen uit te vallen in het onderwijs. Door te werken aan hun fysieke en mentale fitheid zijn de meeste deelnemers na tien weken klaar voor een vervolgstap. Dat is althans het resultaat uit het eerste jaar van het project. ‘Jongeren komen drie dagdelen per week bij ons’, vertelt projectleider Janneke Hoogstra - Bos. ‘We beginnen dan altijd om 9.00 uur met sport en bewegen. Dat is een laagdrempelige manier om elkaar te leren kennen en de dag actief te beginnen. Daarna nemen de jongeren gezamenlijk deel aan workshops. Dat varieert van werken aan zelfvertrouwen en sociale vaardigheden tot leefstijl.’ 2BE! maakt naast sport veel gebruik van verschillende werkvormen en methodieken waaronder theatersport. Op die manier leren jongeren meer op basis van ervaring en krijgen ze direct feedback. ‘Ook van de andere jongeren in de groep’, benadrukt Janneke. ‘We willen hiermee bereiken dat ze elkaar helpen en aanspreken. Dat is het krachtigst.’
Matching
Vertrekpunt van 2BE! is de behoefte van jongeren. ‘Tijdens onze intake inventariseren we hun behoeften’, licht Janneke Bos toe. Wat kunnen en willen ze leren? We richten ons op de mogelijkheden en denken in kansen. Veel jongeren zijn verrast door die vragen omdat tot dan toe de meeste aandacht uitging naar hun problemen en wat ze niet kunnen. Niet bevorderlijk voor het zelfvertrouwen. Wij denken niet in termen van diagnoses maar vragen wat iemand wil en kijken dan wat ervoor nodig is om dat te bereiken.’
Opbloeien
Tot dusver zijn er vier groepen gestart. Van de 40 bereikte jongeren, vonden 22 weer aansluiting bij een opleiding of arbeid. De anderen gingen richting dagbesteding of hulpverlening. ‘Het is mooi te zien hoe de jongeren opbloeien tijdens 2BE!’, aldus Janneke. ‘En met zelfvertrouwen een vervolgstap maken. Bij die stap kunnen ze overigens hulp krijgen van één van de vrijwillige mentoren. Als het nodig is, begeleiden zij een jongere nog 20 weken en zetten hiervoor hun netwerk in.
Update
2BE! onderhoudt goede contacten met RMC, gemeenten, onderwijs en hulpverlening. Zij dragen deelnemers voor en bieden praktische ondersteuning bij de vervolgstappen. ‘Aan de organisaties die een jongere hebben aangemeld, geven we wekelijks een update’, zegt Janneke. ‘Zo blijven ze betrokken. Inmiddels krijgen we trouwens ook spontane aanmeldingen van jongeren zelf. Zij blijken dan vaak getipt door een van de deelnemers.’
Het is mooi te zien hoe de jongeren opbloeien tijdens 2BE!’, aldus Janneke.
-
Via de camping terug naar school
Als het niet lukt op school, is het belangrijk om jongeren toch perspectief te blijven bieden. Dat gebeurt op Landgoed De Camping in ’t Zandt. Hier kunnen jongeren tien weken begeleiding krijgen om tot zichzelf te komen, zich te ontwikkelen en een volgende stap te zetten. Dat kan zijn terug naar school of aan het werk.
Winkel
Landgoed De Camping is een sociale dorpsonderneming die verschillende functies combineert. Het is een ontmoetingsplek en winkel voor het dorp en biedt tijdelijke opvang en begeleiding aan mensen die voor kortere of langere tijd een time out nodig hebben. Bijvoorbeeld thuiszitters uit de regio of leerlingen van het Noorderpoortcollege die uit dreigen te vallen.
Contact met school
Met name voor leerlingen van de opleiding Servicemedewerker Breed van het Noorderpoort is er een speciale aanpak van tien weken. De activiteiten die zij op de camping kunnen doen sluiten namelijk goed aan bij deze opleiding. In de ochtend doen ze onder begeleiding schoolwerk aan de hand van duidelijke opdrachten. Zo houden ze in ieder geval het contact met school. In de middag gaan ze meer praktisch aan de slag.
Landgoed De Camping biedt hiervoor een breed scala aan werkzaamheden. Dat varieert van een bootjesproject, koken tot en met werken in de winkel. Op deze manier doen ze werknemersvaardigheden op en ontwikkelen ze hun sociale vaardigheden.
Positieve uitwerking
Kenmerkend voor de aanpak is het bieden van gezelligheid en een eenvoudige structuur. De deelnemers lunchen en drinken samen koffie. En na afloop ruimen ze alles met elkaar weer op. Dit dagelijkse ritme is voor jongeren soms wennen, maar het doet ze wel goed. Ook het even afstand nemen van school en andere dingen leren en doen, heeft een positieve uitwerking. Zozeer, dat van de zeven jongeren die vorig jaar een traject hebben doorlopen, zes ervoor gekozen hebben terug naar school te gaan. De zevende koos voor nog eens 10 weken extra op De Camping.
Kenmerkend voor de aanpak is het bieden van gezelligheid en een eenvoudige structuur.
-
Praktisch schakelen
Om een leerling op school te houden is het soms van belang om als RMC-trajectbegeleider snel en vooral praktisch te kunnen schakelen. Bijvoorbeeld in het geval van Kirsten. Om verschillende redenen en vooral veel pech lukte het haar niet haar eindexamen VWO te halen. Daarom besloot ze losse vakken te gaan doen aan de VAVO in de stad Groningen. Ze was net lekker op gang, toen de rekening kwam. ‘Er was iets niet goed gegaan bij de inschrijving’, vertelt Kirsten. Nu moest ik voor de vakken en de boeken betalen. Daar raakte ik nogal van in paniek. Zo breed hebben we het namelijk thuis niet. Ik ben blij dat ik toen contact heb gezocht met trajectbegeleider Paulien Smidt van het RMC. Zij heeft een plan gemaakt, met school gebeld en van alles uitgezocht. Het was fijn dat er iemand goed naar mij luisterde. Dat heeft veel zorgen weggenomen. Uiteindelijk kreeg ik toch geld van DUO zodat ik verder kon met de opleiding.’
-
Wethouders in de regio die verantwoordelijk zijn voor RMC
De volgende wethouders zijn/waren verantwoordelijk voor onderwijs en/of RMC: